Draadloos LAN (WLAN)
De radiokaart die in dit document wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik
in een draadloos LAN (WLAN).
Waarschuwing: Deze apparatuur werkt bij 2,4 - 2,4835 GHz. In Frankrijk is
gebruik van dit apparaat alleen toegestaan in de frequentieband van
2,445 - 2,4835 GHz (kanaal 10, 11, 12 en 13).
De Nokia D211 ondersteunt de volgende WLAN-functies:
•
IEEE 802.11b-standaard
•
Transmissiesnelheden van 1, 2, 5,5 en 11 Mbit/s.
•
Werkt bij een frequentie van 2,4 GHz en gebruikt Direct Sequence Spread
Spectrum (DSSS) radiotechnologie.
•
WEP-gegevenscodering (Wired Equivalent Privacy) met sleutels tot 152 bits.
Met de Nokia D211 kunt u draadloze verbindingen tot stand brengen tussen
laptopcomputers die compatibel zijn met deze technologie, handheld computers,
pc's en overige apparatuur met een type II of III pc-kaartsleuf, en een draadloos
Local Area Network. Dit gebeurt via een WLAN-toegangspunt. In plaats van kabels
worden hier radiogolven gebruikt voor het verzenden en ontvangen van gegevens
via de ether.
Als u de computer naar een andere locatie in het WLAN verplaatst en buiten bereik
van het WLAN-toegangspunt, wordt uw computer door middel van de roaming-
functionaliteit automatisch met een ander toegangspunt in hetzelfde netwerk in
verbinding gebracht. Zolang u binnen bereik van toegangspunten in hetzelfde
netwerk blijft, kan uw computer een verbinding met het netwerk houden.
Met de Nokia D211 kunnen verschillende typen communicatie in een WLAN
worden gebruikt. Er zijn twee besturingsmodi waaruit kan worden gekozen:
infrastructuur en ad hoc.
Infrastructuur
Bij de infrastructuurbesturingsmodus worden twee typen communicatie
onderscheiden:
•
Draadloze stations communiceren onderling via een WLAN-toegangspunt.
Inleiding
12
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
•
Draadloze stations communiceren via een WLAN-toegangspunt met een
bekabeld LAN-station.
Het voordeel van de infrastructuurmodus is dat u meer controle hebt over de
netwerkverbindingen aangezien deze door een toegangspunt komen. Een
draadloos station heeft toegang tot de services die beschikbaar zijn in een gewoon
bekabeld LAN: bijvoorbeeld de database van een bedrijf, e-mail, het Internet en
overige netwerkbronnen.
Ad hoc
In de ad hoc modus worden gegevens rechtstreeks verzonden tussen draadloze
stations, waardoor een toegangspunt niet nodig is. U hoeft alleen de radiokaarten
in de stations te plaatsen, de nodige configuraties in te stellen en de
communicatie te starten. Ad hoc netwerken zijn eenvoudig op te zetten, maar de
communicatie blijft beperkt tot stations die binnen het bereik vallen. Zolang de
stations zich binnen bereik bevinden, kunt u bijvoorbeeld bestanden delen en
uitwisselen.
Zie “Een ad hoc netwerk instellen en u hierbij aanmelden” op pagina 22 voor
informatie over het opzetten van een ad hoc netwerk.
Figuur 1 - Infrastructuurnetwerk
Figuur 2 - Ad hoc netwerk
WLAN-toegangspunt
Inleiding
13
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.