Nokia D211 - Gedeelde WEP-sleutels maken en bewerken

background image

Gedeelde WEP-sleutels maken en bewerken

Gedeelde WEP-sleutels worden meestal gemaakt door een systeembeheerder.
In de infrastructuurbesturingsmodus moet u ervoor zorgen dat dezelfde gedeelde

WEP-sleutel voor het WLAN-toegangspunt wordt geconfigureerd: als het

toegangspunt en de radiokaart niet identieke sleutels gebruiken, kunnen ze niet

onderling communiceren. Neem contact op met de systeembeheerder voor meer

informatie.
1 Selecteer op de pagina Profielen het tabblad Wijzigen. Selecteer in de lijst het

profiel waarmee u een gedeelde WEP-sleutel wilt gebruiken. Klik op

Bewerken.

2 Het dialoogvenster Profiel bewerken wordt geopend. Selecteer WLAN en het

tabblad

Algemeen.

3 Schakel het selectievakje WEP-beveiliging gebruiken in en klik op WEP-

sleutels.

4 Selecteer een van de vier sleutels om deze te bewerken. Klik op Bewerken.
5 Selecteer de juiste sleutellengte. De volgende sleutellengten worden

ondersteund: 40, 128 en 152 bits. Hoe meer bits de sleutel bevat, des te hoger

het beveiligingsniveau.
Typ de WEP-sleutelgegevens in hexadecimale vorm. Als u de WEP-sleutel in

tekstformaat wilt invoeren, typt u de tekst in het vak

In tekstvorm. U kunt de

tekst kopiëren en plakken met de toetsencombinaties CTRL+C en CTRL+V.

6 Klik op OK om de gedeelde WEP-sleutel op te slaan.

Als u wilt kiezen welke gedeelde WEP-sleutel moet worden gebruikt, selecteert u

de sleutel en klikt u op

Activeren.

Als u de inhoud van de sleutel wilt verwijderen, klikt u op

Wissen.