Nokia D211 - WEP-beveiliging

background image

WEP-beveiliging

Om communicatie via het draadloze LAN veiliger te laten verlopen, beschikt de

Nokia D211 over een beveiligingsvoorziening met de naam WEP (Wired Equivalent

Privacy). WEP gebruikt de algoritme RC4 met een sleutel van maximaal 152 bits.

De algoritme levert beveiliging op twee verschillende manieren: authenticatie en

versleuteling. Authenticatie is de manier waarop wordt gecontroleerd of een

draadloos station toestemming heeft om te communiceren met een tweede

station binnen een bepaald ontvangstgebied.
In de infrastructuurmodus wordt authenticatie vastgesteld tussen een WLAN-

toegangspunt en de afzonderlijke draadloze stations. Als een draadloos station

een pakket ontvangt dat niet is gecodeerd met de juiste sleutel, wordt het pakket

verwijderd. Versleutelde berichten kunnen alleen worden geopend door andere

radiokaarten als deze dezelfde sleutel gebruiken. In de ad hoc modus wordt

authenticatie vastgesteld tussen de afzonderlijke draadloze stations.
Het beveiligingsniveau wordt bepaald door de lengte van de sleutel: hoe meer bits

de sleutel bevat, des te langer duurt het voordat de verzonden informatie is

gedecodeerd en des te hoger het beveiligingsniveau is.
WEP-sleutels bestaan uit een geheime sleutel en een 24-bits initialisatievector.

De 128-bits WEP-sleutel heeft bijvoorbeeld een 104-bits geheime sleutel die door

de gebruiker kan worden ingesteld en een 24-bits initialisatievector die niet door

de gebruiker kan worden beheerd. Veel fabrikanten verwijzen naar deze 128-bits

sleutel als een 128-bits sleutel, terwijl anderen ernaar verwijzen als een 104-bits

sleutel (104+24). Beide sleutels bieden hetzelfde coderingsniveau en zijn daarom

onderling uitwisselbaar.

Tip: Het maakt niet uit welke naam de WEP-sleutels hebben: alle sleutels zijn

compatibel zolang ze dezelfde lengte hebben. Sleutels die 40 bits lang zijn,

bestaan bijvoorbeeld altijd uit 5 alfanumerieke of 10 hexadecimale tekens.

De Nokia D211 ondersteunt drie sleutellengten: 40 (40+24), 128 (104+24) en 152

(128+24) bits. De 40-bits sleutel is compatibel met Wi-Fi (Wireless Fidelity).

background image

Functies van de Nokia D211

45

© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.

Er zijn twee soorten WEP-sleutels: gedeelde sleutels en persoonlijke sleutels.

Gedeelde WEP-sleutels
Gedeelde WEP-sleutels worden gedeeld door alle draadloze stations die het

netwerk of het subnetwerk gebruiken; alleen stations met de juiste sleutel kunnen

gegevens ontvangen en decoderen. Dezelfde sleutel wordt in het WLAN-

toegangspunt geladen. Gedeelde sleutels worden meestal gemaakt door de

systeembeheerder, die ze onder de gebruikers verdeelt.
Gedeelde sleutels zijn netwerkspecifiek en een netwerk kan maximaal vier

verschillende gedeelde sleutels hebben. Een WLAN-toegangspunt kan alleen

gegevens verzenden met de actieve sleutel, maar kan gegevens van draadloze

stations ontvangen met elk van de vier gedeelde

WEP-sleutels.

Tip: Als u een profiel hebt dat meerdere netwerken bevat, wordt aanbevolen

dat u voor al deze netwerken dezelfde gedeelde WEP-sleutels gebruikt.

Omdat de gedeelde WEP-sleutels netwerkspecifiek en niet gebruikergebonden

zijn, kunnen ze samen met profielen in een bestand worden opgeslagen.

Gebruikers kunnen profielen met gedeelde sleutels, gemaakt door hun

systeembeheerder, importeren uit een bestand of een SIM-kaart.
Gedeelde sleutels kunnen worden gebruikt als enige vorm van WEP-beveiliging of

samen met een persoonlijke sleutel.

Persoonlijke WEP-sleutels
Elk draadloos station kan een eigen persoonlijke WEP-sleutel hebben. Persoonlijke

sleutels worden gebruikt voor het bieden van extra beveiliging bij draadloze

verbinding. Meestal worden ze gemaakt door de systeembeheerder, die ze onder

de gebruikers verdeelt. Een WLAN-toegangspunt hanteert voor elk draadloos

station een andere sleutel.
Er zijn twee soorten persoonlijke WEP-sleutels en het verschil hiertussen is het

soort informatie aan de hand waarvan de gebruiker wordt geïdentificeerd:

Van een station – Gebruikt het MAC-adres van de radiokaart om de gebruiker

te identificeren.

Van een gebruiker – Gebruikt een identificatie die gebruikers zelf kunnen

maken.

Anders dan gedeelde WEP-sleutels zijn persoonlijke WEP-sleutels niet

netwerkspecifiek en kunnen daarom niet worden opgeslagen samen met

profielen. Ze kunnen echter wel worden opgeslagen in een bestand en

onafhankelijk van profielen worden gebruikt.
Persoonlijke WEP-sleutels zijn alleen te gebruiken in de

infrastructuurbesturingsmodus. Ad hoc netwerken maken

alleen gebruik van gedeelde WEP-sleutels.

Opmerking: Niet alle WLAN-toegangspunten ondersteunen persoonlijke

WEP-sleutels. Vraag de systeembeheerder om meer informatie.

background image

Functies van de Nokia D211

46

© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.